Agro -Vertrouwensindex land- en tuinbouw daalt verder in derde kwartaal 2025 |
25-11-2025 |
Het vertrouwen dat boeren en tuinders in de land- en tuinbouw in hun onderneming hebben, is in het derde kwartaal van 2025 met bijna 3,5 punten gedaald ten opzichte van het tweede kwartaal van 2025. De Agro Vertrouwensindex staat nu op 6,4 punten. Het nulpunt geeft aan dat er evenveel positief als negatief gestemde ondernemers zijn. Het vertrouwen van ondernemers ligt nu lager dan het langlopende gemiddelde van ongeveer 10,7 punten.
Bij melkveehouders en akkerbouwers daalde het vertrouwen sterk, bij opengrondstuinbouwsectoren en de biologische sector beperkt. Een hoger vertrouwen in hun eigen onderneming werd door de intensievere sectoren uitgesproken dit 3e kwartaal. Pluimveehouders noteerden een plus van ruim 10 punten, varkenshouders zelfs een stijging van bijna 12 punten. Het waren echter ook deze sectoren die in het tweede kwartaal sterk daalden, wat de stijging van nu in perspectief zet.
Na deze kwartaalveranderingen ligt het Agro Vertrouwen van pluimveehouders (ruim) en de biologische sector (net) hoger dan het langjarige gemiddelde. Daarmee vormen zij een uitzondering, want de andere gepubliceerde sectoren liggen onder het langlopende gemiddelde, inclusief de index voor de totale land- en tuinbouw, die met een waarde van 6,4 ruim 4 punten lager ligt dan het langlopende gemiddelde.
De Agro Vertrouwensindex van de pluimveehouderij is met 33 punten de sector met het meeste vertrouwen in de eigen onderneming, gevolgd door de biologische sector en de opengrondstuinbouw. Andere sectoren liggen onder de 10-puntengrens; akkerbouw is de enige sector waar de pessimisten momenteel de grootste groep uitmaken. De index staat voor deze sector op -5,8 punten en dat is voor het eerst weer sinds het derde kwartaal van 2022 dat het vertrouwen van deze groep ondernemers onder nul is gekomen.
De vertrouwensindex is opgebouwd uit 2 indexen: de stemmingsindex en de verwachting over het bedrijf voor de middellange termijn. De stemmingsindex van de land- en tuinbouw daalde met 2,5 punten, terwijl de verwachting voor de middellange termijn zelfs met 4 punten daalde.
De stemming op de bedrijven steeg bij een aantal sectoren, varkenshouders en pluimveehouders voorop. Ook was er een betere stemming op de glastuinbouw- en melkveebedrijven, al was deze toename beperkter. De stemming zakte vooral bij de akkerbouwbedrijven. De index halveerde en kwam op 10,5 punten. Dit was van alle sectoren in dit kwartaal de laagste stemmingsindex. Bij andere sectoren (tuinbouwsectoren biologische sector en varkenshouderij) ligt de stemmingsindex tussen de 20 en 30 punten. Melkveehouders blijven positief gestemd, met een index van boven de 40 punten (+3,5 punten). Pluimveehouders zijn nog altijd in een goede stemming, ondanks het uitbreken van de vogelgriep. Overigens is het niet bekend of deelnemers voor de uitbraak of na de uitbraak van half oktober de enquête hebben ingevuld.
De verwachtingen voor de middellange termijn zijn bij vier van de zeven sectoren gedaald. Varkenshouders, pluimveehouders en de opengrondstuinbouwbedrijven zijn juist positiever dan in het tweede kwartaal over hun toekomstige situatie van het eigen bedrijf. Alleen bij de pluimveehouders leidde dit tot een positieve index. Voor de twee andere sectoren was de toename onvoldoende voor een positieve blik op de middellange termijn. Vooral de melkveehouders zijn sterk negatief over de middellange termijn. Vermoedelijk denken deze ondernemers dat de huidige goede resultaten niet gecontinueerd kunnen worden. De index daalde met ruim 19 punten. De negatieve correctie bij akkerbouw (-2,8 punten), glastuinbouw (-1,9 punt) en de biologische sector (-0,6) waren beperkter. |