Bouwplan op overige dierbedrijven

Laatste update: 26 augustus 2025 Update frequentie: Jaarlijks

Bouwplan op overige dierbedrijven bestaat ook in 2024 vooral uit gras

De overige dierbedrijven die onder de doelpopulatie het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, laten de afgelopen jaren een vrij stabiel bouwplan zien, met gras in 2024 als dominante teelt met 68% van de cultuurgrond. Niet-voedergewassen zoals granen en aardappelen beslaan ongeveer 19% van het areaal in 2024. Snijmaïs neemt 12% van het areaal in. Voor overige voedergewassen is het aandeel in het totale gewasareaal met 1% nog steeds zeer gering.

Areaal

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het totale gewasareaal op overige dierbedrijven is in 2024 toegenomen tot 205.863 ha. Het aandeel grasland is met 68% het grootst, daarna de niet-voedergewassen met 19% en snijmais met 12%. In het jaar 2022 was sprake van een bijzondere situatie waarbij de aantallen paarden en pony’s niet zijn uitgevraagd in de Landbouwtelling waardoor deze bedrijven niet in de categorie overige dierbedrijven vielen maar veelal in de categorie akkerbouwbedrijven.

Areaal per bedrijf

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het gemiddelde gewasareaal per overig dierbedrijf is de laatste jaren stabiel. In 2024 is het vergelijkbaar met het gemiddelde van de vijf voorgaande jaren.

Regio

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De verschillen in het bouwplan op overige dierbedrijven tussen grondsoortregio’s zijn klein.

Regionale verschillen

De regionale verschillen in het bouwplan op overige dierbedrijven zijn klein, en ook over de jaren heen zijn er weinig verschillen. In de Zandregio wordt meer snijmais geteeld en minder niet-voedergewassen in vergelijking met de Kleiregio.

Zandregio

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het bouwplan op overige dierbedrijven in de Zandregio redelijk stabiel, gemiddeld is er in 2024 36 ha in gebruik. Het aandeel grasland is het grootst met 66%, gevolgd door niet-voedergewassen (18%) en snijmais (15%).

Kleiregio

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het bouwplan op overige dierbedrijven in de Kleiregio redelijk stabiel, gemiddeld is er in 2024 44 ha in gebruik. Het aandeel grasland is het grootst met 71%, gevolgd door niet-voedergewassen (21%) en snijmais (7%).

Lössregio

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het bouwplan op overige dierbedrijven in de Lössregio redelijk stabiel, gemiddeld is er in 2024 39 ha in gebruik. Het aandeel grasland is het grootst met 62%, gevolgd door niet-voedergewassen (25%) en snijmais (10%).

Over de indicator

Deze indicator toont de verdeling van gewassen over het totale cultuurgrondoppervlak op overige dierbedrijven. Overige voedergewassen omvatten als gewassen, voederbieten, triticale en luzerne. Niet-voedergewassen betreffen gewassen die niet tot de ruwvoedergewassen worden gerekend zoals bijvoorbeeld suikerbieten, aardappelen of wintertarwe.

Bron

De CBS-Landbouwtelling verzamelt gegevens over het gewasareaal door jaarlijks vragenlijsten uit te sturen naar agrarische bedrijven in Nederland. Landbouwbedrijven geven hierop gedetailleerde informatie over de grootte en samenstelling van hun gewasareaal, inclusief het aantal ha per gewas. De gegevensverzameling is verplicht, zodat een nauwkeurig en compleet overzicht van de Nederlandse landbouw kan worden verkregen.

Alleen bedrijven die binnen de definitie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, worden getoond. Voor deze bedrijven geldt dat ze minimaal 25.000 euro Standaardopbrengst moeten hebben en meer dan 10 ha cultuurgrond moeten bezitten.