Export van vis, schaal- en weekdieren
Laatste update: 7 juli 2025 Update frequentie: Jaarlijks
In 2024 steeg de exportwaarde licht (+3%) vergeleken met een jaar eerder. De totale waarde van export kwam uit op 6,4 mld. euro in 2024. Met deze stijgende exportwaarde lijkt de groei in de internationale handel van visproducten weer ingezet. Van 2022 op 2023 daalde de exportwaarde namelijk nog met 3%. Dat terwijl de jaren 2013-2019 jaar op jaar groei in export toonden. Het jaar 2020 ontbrak voor het eerst de trend van jaarlijkse exportgroei afgelopen decennium door de wereldwijde COVID-19 pandemie. De handel werd wereldwijd bemoeilijkt door (internationale) logistieke belemmeringen en minder consumptie van vis door tijdelijke lockdowns met gesloten horeca en minder toerisme vanwege de pandemie. De jaren die volgden na de pandemie waren niet minder roerig met geopolitieke spanningen zoals Brexit, de oorlog in Oekraïne (hoge energiekosten en inflatie) en onrust in het Midden-Oosten waardoor transport via zee bemoeilijkt werd. Het belang van diverse inkoop- en verkoopkanalen en meerdere locaties wereldwijd zijn essentieel gebleken voor de vishandel gegeven de toenemende geopolitieke spanningen en onrust.
Totaal
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De export van vis-, schaal- en weekdieren neemt in 2024 toe en bedraagt ruim 6,4 miljard euro.
EU en niet EU
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Ongeveer 80% van de exportwaarde van vis-, schaal- en weekdieren gaat naar landen binnen de EU27.
Intrahandel
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Binnen de EU27 is Duitsland de belangrijkste exportbestemming (in waarde) voor vis-, schaal- en weekdieren.
Extrahandel
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Buiten de EU27 is de Verenigde Staten (in waarde) de belangrijkste exportbestemming voor vis-, schaal- en weekdieren.
De handel in volume steeg sterker dan in waarde bij visexport in 2024
Na deze dip is er al jaren groei in de export. Waar de exportwaarde in 2023 nog licht daalde, nam die in 2024 weer toe. Deze groei in export werd vooral gerealiseerd door meer kilo’s te verhandelen want het exportvolume steeg met 5% meer dan de exportwaarde (+3%) van 2023 op 2024. Enerzijds zijn er meer goedkopere vissoorten verhandeld, anderzijds maar in mindere mate zijn prijzen voor sommige vissoorten gedaald. De inflatie met name voelbaar in de EU door de oorlog in Oekraïne met gestegen energiekosten, zorgde ervoor dat niet alleen consumenten zochten naar lager geprijsde visproducten maar ook vishandelaren.
Groei in vishandel gerealiseerd met vooral geïmporteerde vis
Die groei is vooral gerealiseerd doordat meer grondstoffen (nog verder te ver- en bewerken visproducten) uit het buitenland worden geïmporteerd. Het aanbod van verse Noordzeevis is de afgelopen jaren afgenomen. Deze afname is opgevangen door meer wild gevangen vis uit derde landen zoals IJsland en Denemarken en meer aquacultuurproducten uit Noorwegen en Azië te importeren. De visverwerkende bedrijven zetten steeds meer in op deze niet-Noordzeevis. Het risico bestaat dat in Nederland wel aandacht is voor investeringen in verduurzaming en het behoud van een visserijvloot maar dat er geen aandacht is voor het behoud van de verwerkende keten en handel van Noordzeevis. Steeds meer Nederlandse visverwerkende bedrijven wijken noodgedwongen en structureel uit naar niet-Noordzeevis met andere verwerkings- en productielijnen dan die voor de traditionele platvis zoals schol en tong.
Waar de groei in exportwaarde nog 19% was van 2021 naar 2022 werd de lichte daling met 3% van 2022 naar 2023 met name veroorzaakt door inflatie en dalend aanbod wereldwijd van hoger geprijsde visproducten. In het algemeen verkiezen consumenten goedkopere visproducten en in kleinere porties en eten minder vaak vis. In 2023 was het exportvolume 1.298.000 ton (1,3 mld. kg). Een daling van 2% in vergelijking met een jaar eerder. In de tienjarige periode 2014-2023 groeide de exportwaarde sterk, namelijk met 82% (van 3,4 naar 6,2 mld. euro).
Naast de groei van de handel in visproducten zijn er ook uitdagingen door de snel opeenvolgende veranderingen in de markt. Na veranderingen in de internationale markt als gevolg van de COVID-19-pandemie en de Brexit zorgen de gestegen energie- en transportprijzen voor een stijging van de productiekosten.
Lokale uitdagingen zoals tekort aan personeel en water- of elektriciteitsvoorzieningen
Door ontwikkelingen in de wereld die leidden tot internationale spanningen kreeg de wereldwijde handel in vis, en dus ook de Nederlandse handel, met logistieke uitdagingen te maken. Door de onrust in het Midden-Oosten met aanvallen op containervrachtschepen in de golf van Jemen worden logistieke stromen minder goed voorspelbaar. Andere logistieke wegen zijn mogelijk maar zouden meer transporttijd en -geld kunnen kosten. Niet alleen de onrust door oorlogen in Oekraïne, Midden-Oosten en andere plekken wereldwijd zorgen voor logistieke uitdagingen. Ook protectionisme vanuit handelsoorlogen (bijvoorbeeld de handelstarieven van Amerika naar -China en de EU) zorgen voor snel veranderende valutakoersen, die de handel bemoeilijken. Dichter bij huis staan heeft de vishandel net als zoveel andere industrieën de uitdagingen van personeelstekorten. Loonkosten stijgen sterk en daarmee ook de productiekosten om personeel te werven in concurrentie met andere sectoren in de krappe arbeidsmarkt. Steeds meer visbedrijven investeren in automatisering en robotisering voor delen van het productieproces. Daarnaast staan visverwerkende en visgroothandels bedrijven voor de uitdagingen van congestie op het energienet en onzekerheid over drinkwaterlevering door schaarste bij de watervoorzieningsbedrijven. Visverwerkende bedrijven die afhankelijk zijn van hun koelhuizen en waterfaciliteit bij het ver- en bewerken van de visproducten kunnen niet zonder energie en schoon drinkwater in de bedrijfsprocessen. Visbedrijven zijn vaak gedwongen een lagere productiecapaciteit te benutten hierdoor dan in de optimale situatie zou kunnen.
Druk op de vishandel naar Europese supermarkten door opschorten duurzaamheidskeurmerken
Een andere uitdaging is het opschorten van het duurzaamheidskeurmerk Marine Stewardship Council (MSC) voor bepaalde (plat)vis uit de Noordzee. Het betreft het opschorten van het keurmerk voor bijvoorbeeld Noordzeetong makreel vanwege onzekerheid over de aanwas en duurzaamheidsniveau volgens de wetenschaphogere benutting van bepaalde gezamenlijke visbestanden die gedeeld worden door de EU met Noorwegen, IJsland, het VK en Faeröer . Daarnaast is het keurmerk opgeschort voor de visbestanden bevist met de tuigen boomkor en twinrig waar veel rode poon wordt bijgevangen. Het verliezen van het MSC-keurmerk heeft nadelige gevolgen voor de afzet, met name aan supermarkten in Noord-Europa die het MSC vereisen van leveranciers.
Kansen voor de handel in vis vanwege gezondheid en eiwittransitie
Ondanks meerdere uitdagingen dichtbij en ver weg liggen er kansen voor de Nederlandse visverwerking en handel om hun positie als belangrijke internationale speler in de vishandel te verstevigen. De verwachting is dat de vraag naar verantwoorde visproducten als duurzaam alternatief voor vlees zal toenemen. Nederlandse bedrijven kunnen zich onderscheiden van lage(re)loonlanden door maximaal in te zetten op toegevoegde waarde en vis te verwerken tot luxe convenience gemaksproducten voor consumenten die buitenshuis of juist thuis &39;uit eten’ wensen te gaan. De gezondheidsvoordelen van vis vanuit de schijf van vijf pleiten voor regelmatige consumptie van met name vette vissoorten. Vanuit de eiwittransitie liggen er ook kansen voor de vishandel om in te spelen op de overgang van een balans naar minder vlees en meer alternatieve eiwitrijke producten (zoals vis) en plantaardige producten.
Totaal
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De export van vis-, schaal- en weekdieren neemt in 2024 toe en bedraagt ruim 1,3 mld. kg.
EU en niet EU
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Van het exportvolume van vis-, schaal- en weekdieren gaat 64% naar landen binnen de EU27.
Intrahandel
Binnen de EU27 is Duitsland de belangrijkste exportbestemming voor vis-, schaal- en weekdieren (in volume).
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Extrahandel
Buiten de EU27 is Nigeria de belangrijkste exportbestemming voor vis-, schaal- en weekdieren (in volume).
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Bestemmingen: EU bleef de belangrijkste (interne) markt met 801% van de exportwaarde
Nederland als belangrijke hub voor de handel in vis
Nederland verwerkt en verhandelt vis vooral voor de (interne) EU-markt. Het aandeel van de exportwaarde naar andere EU-landen is al jaren ongeveer 80%. De resterende export is voor een belangrijk deel diepgevroren pelagische hele vis die in Afrika als betaalbare en voedzame eiwitbron dient voor miljoenen mensen. Nederland fungeert als ‘visdraaischijf’ in Europa, door onder andere de gunstige ligging ten opzichte van de rest van Europa en de goede infrastructuur. Nederland vervult met de export van diepgevroren pelagische vis (haring, makreel etc.) een rol in de voedselvoorziening in Afrika. Daarnaast is Nederland een belangrijke speler in het beleveren van visproducten aan horeca (via de groothandel) en grootwinkelbedrijven (zoals supermarkten) binnen Europa.
Duitsland, België en Frankrijk steevast top 3 belangrijkste exportmarkten
Duitsland, Frankrijk en België zijn al jaren de belangrijkste afzetmarkten voor Nederlandse bedrijven in waarde uitgedrukt. De totale exportwaarde van visproducten uit Nederland was verdeeld over Duitsland (19%, met een exportwaarde van circa afgerond 1,2 mld. euro), België (134%), Frankrijk (132%), Spanje (89%) en Italië (87%) als belangrijkste exportmarkten. Noemenswaardig is dat het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de top 10 is verdwenen van belangrijkste landen voor de export van visproducten sinds Brexit. De handel met het VK neemt al jaren af en dit is sinds de Brexit versterkt door de toegenomen administratieve handelingen (vereist gezondheidscertificaat en vangstcertificaten). Voor visproducten zijn vertragingen door douanecontroles in havens een risico dat Nederlandse visgroothandels mogelijk zullen vermijden.
Nigeria belangrijk voor vishandel in volume
Als export wordt uitgedrukt in volume, dan is was Nigeria de grootste exportmarkt met 185% (234 mln. kilo) , op de totale vishandel naar buitenlandgoed voor 199.800 ton (0,2 mld. kg). De export naar Afrikaanse landen bestaat voor het grootste deel uit diepgevroren pelagische hele vis, zoals haring, blauwe wijting, makreel en horsmakreel. Als tweede belangrijkste markt qua exportvolume volgt Duitsland (143% van het totale exportgewicht). Duitsland is een grote afnemer van haring, Noordzee- en tropische vooral garnalen en in toenemende mate zalmproducten. Verder volgden nog: Frankrijk met varia aan vis (vooral kabeljauw); België (vooral mosselen); China met bevroren kabeljauwachtigen (waaronder wijting- en koolvissoorten); en Spanje en Italië met platvis (schol, tong en tarbot) maar ook in toenemende mate inktvis, zalm en schaaldieren zoals langoustine (ook wel Noorse kreeft).