Bedrijfsomvang grond op akkerbouwbedrijven
Laatste update: 26 augustus 2025 Update frequentie: Jaarlijks
De gemiddelde omvang van akkerbouwbedrijven binnen de doelpopulatie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) bedraagt 59,4 ha cultuurgrond in 2024. Sinds 2020 is een lichte daling zichtbaar in het areaal cultuurgrond op akkerbouwbedrijven. In 2024 is er voor het eerst weer een stijging van het gemiddelde areaal cultuurgrond ten opzichte van het voorgaande jaar waarneembaar.
Gemiddelde
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Sinds 2020 is een lichte daling zichtbaar in het gemiddelde areaal cultuurgrond op akkerbouwbedrijven, in 2024 bedraagt dit 59,4 ha, iets meer dan in 2023.
Spreiding
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De spreiding in areaal cultuurgrond per bedrijf neemt langzaam toe. De mediaan (middelste waarneming) steeg in de periode 2000-2009 en daalt sindsdien naar 39,4 ha per bedrijf. In 2024 stijgt de mediaan ten opzichte van het jaar ervoor.
Grootteklasse
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De laatste jaren stijgt het aantal akkerbouwbedrijven binnen de doelpopulatie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid, deze stijging is bij alle grootteklassen aanwezig, maar het meest bij de kleinste bedrijven met minder dan 25 ha. In 2024 is er een afname van het aantal bedrijven in nagenoeg alle grootteklassen.
Regio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het gemiddelde areaal cultuurgrond per bedrijf is in 2024 het hoogst in de Kleiregio (65,2 ha) gevolgd door de Zand- en de Lössregio (respectievelijk 52,7 ha en 43 ha).
Veranderingen in het gemiddelde bedrijfsareaal
Het gemiddelde bedrijfsareaal van akkerbouwbedrijven is vanaf ongeveer 2009 vrij stabiel. De onderliggende aantallen bedrijven per grootteklasse van omvang per bedrijf geven echter aan dat er wel ontwikkelingen zijn. Zo groeit het aantal kleinere akkerbouwbedrijven vanaf 2013 en is het aantal bedrijven met een omvang van 50-100 ha de laatste 10 jaar ongeveer stabiel . Daarnaast zijn er meer grote bedrijven (>150 ha). In de categorie kleine bedrijven (<25 ha) groeit per saldo het aantal bedrijven. Waarschijnlijk komt dit doordat er akkerbouwbedrijven stoppen of in omvang van het areaal uitbreiden en tot een andere grootteklasse gaan behoren. Daarnaast kan het zijn dat andere bedrijven (bijvoorbeeld voormalige melkveebedrijven) vanwege verandering van bedrijfsactiviteiten, tot het bedrijfstype akkerbouw gaan behoren. Schaalvergroting is een van de redenen waardoor er in de periode 2000-2024 een toename is van grote bedrijven van ruim 200 naar 523 bedrijven. Ook de manier waarop bedrijven worden ingedeeld in categorieën speelt een rol.De bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van Standaardopbrengsten (SO), een systematiek waarin de SO-normen elke drie jaar worden aangepast aan veranderingen in prijzen en productiviteit. Hierdoor kan een bedrijf qua grootteklasse veranderen zonder dat er iets verandert in de hoeveelheid grond of het aantal dieren. Zo zorgden in 2013 nieuwe akkerbouwbedrijven in de Zand- en Lössregio voor een stijging van het aantal akkerbouwbedrijven en een daling in het gemiddelde bedrijfsareaal doordat deze nieuwe bedrijven gemiddeld minder grond hadden in vergelijking met de andere akkerbouwbedrijven.
Combinatiebedrijven en cultuurgrond
Naast gespecialiseerde akkerbouwbedrijven volgt het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) ook bedrijven die akkerbouw combineren met tuinbouw, zolang tuinbouwgewassen niet meer dan 20% van het bedrijfsareaal beslaan. Deze combinatiebedrijven hebben vaak minder grond in gebruik, maar hun bouwplannen en bemestingspraktijken lijken meestal op die van akkerbouwbedrijven.Verschillen in bedrijfsomvang tussen regio’s
Akkerbouwbedrijven in de Kleiregio (2023: 65,2 ha) zijn gemiddeld groter dan die in de Zand- en Lössregio’s (respectievelijk 52,7 en 43 ha in 2023). Sinds 2000 is de mediane bedrijfsomvang daar met 17% toegenomen, terwijl de 20% grootste bedrijven zelfs een groei van 37% hebben doorgemaakt.In de Zandregio is een tegengestelde trend zichtbaar: hier is de gemiddelde bedrijfsomvang met 16% afgenomen in de periode 2000-2024. De Lössregio toont het meest stabiele beeld, met een groei van 8% in dezelfde periode.
Zandregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De mediaan (middelste waarneming) van de bedrijfsomvang van akkerbouwbedrijven in de Zandregio is sinds 2000 met 16% afgenomen tot 31,9 ha in 2024. Na 2013 is er een gestage afname van de mediaan en spreiding van het areaal cultuurgrond per bedrijf tot en met 2023. In 2024 is er een stijging van de mediaan en spreiding ten opzichte van 2023.
Kleiregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De mediaan (middelste waarneming) van de bedrijfsomvang van akkerbouwbedrijven in de Kleiregio is sinds 2000 met 17% toegenomen tot 47,6 ha in 2024. De 20% grootste bedrijven zijn met 37% harder gegroeid tot 90,8 ha in 2024.
Lössregio
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De mediaan (middelste waarneming) van de bedrijfsomvang op akkerbouwbedrijven in de Lössregio is in 20248% hoger dan in het jaar 2000. De mediaan stijgt in de periode 2000-2008 en daalt vervolgens naar 29,6 ha in 2024. De spreiding neemt toe in de tijd.
Over de indicator
Deze indicator laat zien hoeveel ha cultuurgrond een gemiddeld landbouwbedrijf gebruikt. Voor melkveebedrijven wordt daarnaast ook de oppervlakte niet-landbouwgrond, zoals natuurterreinen, meegenomen. De gegevens zijn afkomstig uit de CBS-Landbouwtelling.Wat wordt bedoeld met cultuurgrond en niet-landbouwgrond?
- Cultuurgrond verwijst naar grond die geschikt is voor landbouw, zoals akkers en weilanden.
- Niet-landbouwgrond, zoals natuurterreinen, wordt pas sinds 2006 geregistreerd en is specifiek voor melkveehouderijen relevant.
Sommige bedrijven gebruiken ook grond in het buitenland, maar deze wordt niet meegenomen in de indicator. Dit komt doordat het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) zich richt op de impact van het Nederlandse mestbeleid. Grondpercelen in het buitenland die door steekproefbedrijven worden gebruikt, worden afzonderlijk in het Bedrijveninformatienet geregistreerd. Ook het gebruik van nutriënten (via bemesting en beweiding) en onttrekkingen van nutriënten (via geoogste gewassen) op gronden in het buitenland worden zo goed mogelijk vastgelegd. Met deze registraties is het mogelijk om de nutriëntengebruiken en bodemoverschotten specifiek te berekenen voor de cultuurgrond die onder de Nederlandse wetgeving valt.
Bron
De CBS-Landbouwtelling verzamelt gegevens over het gewasareaal door jaarlijks vragenlijsten uit te sturen naar agrarische bedrijven in Nederland. Landbouwbedrijven geven hierop gedetailleerde informatie over de grootte en samenstelling van hun gewasareaal, inclusief het aantal ha per gewas. De gegevensverzameling is verplicht, zodat een nauwkeurig en compleet overzicht van de Nederlandse landbouw kan worden verkregen.Alleen bedrijven die binnen de definitie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, worden getoond. Voor deze bedrijven geldt dat ze minimaal 25.000 euro Standaardopbrengst moeten hebben en meer dan 10 ha cultuurgrond moeten bezitten.