Bedrijfsomvang grond op staldierbedrijven
Laatste update: 26 augustus 2025 Update frequentie: Jaarlijks
In 2024 hebben de staldierbedrijven binnen de doelpopulatie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM), gemiddeld 33,1 ha cultuurgrond in gebruik. De bedrijfsomvang neemt jaarlijks toe, in 2024 is sprake van een toename van 2% ten opzichte van het voorgaande jaar . Met name de grote bedrijven worden steeds groter: vanaf 2000 zijn de 20% grootste bedrijven met 63% gestegen tot 44,1 ha in 2023. Dit komt met name doordat de verschillen in de groep staldierbedrijven groter zijn geworden.
Gemiddeld
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De gemiddelde oppervlakte cultuurgrond op staldierbedrijven is in de periode 2000-2024 toegenomen tot 33,1 ha in 2024.
Spreiding
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Hoewel de mediaan (de middelste waarneming) de laatste jaren stabiel is, is de spreiding in de periode 2000-2024 toegenomen. Vanaf 2000 zijn de 20% grootste bedrijven met 67% gestegen tot 45,2 ha in 2024.
Grootteklasse
De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
Het aantal staldierbedrijven neemt gestaag af. Ten opzichte van het voorgaande jaar neemt het aantal staldierbedrijven groter dan 150 ha licht toe terwijl het aantal staldierbedrijven kleiner dan 25 ha afneemt.
Over de indicator
Deze indicator laat zien hoeveel ha cultuurgrond een gemiddeld landbouwbedrijf gebruikt. Voor melkveebedrijven wordt daarnaast ook de oppervlakte niet-landbouwgrond, zoals natuurterreinen, meegenomen. De gegevens zijn afkomstig uit de CBS-Landbouwtelling.Wat wordt bedoeld met cultuurgrond en niet-landbouwgrond?
- Cultuurgrond verwijst naar grond die geschikt is voor landbouw, zoals akkers en weilanden.
- Niet-landbouwgrond, zoals natuurterreinen, wordt pas sinds 2006 geregistreerd en is specifiek voor melkveehouderijen relevant.
Sommige bedrijven gebruiken ook grond in het buitenland, maar deze wordt niet meegenomen in de indicator. Dit komt doordat het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) zich richt op de impact van het Nederlandse mestbeleid. Grondpercelen in het buitenland die door steekproefbedrijven worden gebruikt, worden afzonderlijk in het Bedrijveninformatienet geregistreerd. Ook het gebruik van nutriënten (via bemesting en beweiding) en onttrekkingen van nutriënten (via geoogste gewassen) op gronden in het buitenland worden zo goed mogelijk vastgelegd. Met deze registraties is het mogelijk om de nutriëntengebruiken en bodemoverschotten specifiek te berekenen voor de cultuurgrond die onder de Nederlandse wetgeving valt.
Bron
De CBS-Landbouwtelling verzamelt gegevens over het gewasareaal door jaarlijks vragenlijsten uit te sturen naar agrarische bedrijven in Nederland. Landbouwbedrijven geven hierop gedetailleerde informatie over de grootte en samenstelling van hun gewasareaal, inclusief het aantal ha per gewas. De gegevensverzameling is verplicht, zodat een nauwkeurig en compleet overzicht van de Nederlandse landbouw kan worden verkregen.Alleen bedrijven die binnen de definitie van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) vallen, worden getoond. Voor deze bedrijven geldt dat ze minimaal 25.000 euro Standaardopbrengst moeten hebben en meer dan 10 ha cultuurgrond moeten bezitten.