Aanvoer en besomming in de oestercultuur

Laatste update: 7 juli 2025 Update frequentie: Jaarlijks

2023: aanvoer Japanse en platte oesters gedaald, prijzen relatief stabiel

De meest recente aanvoercijfers van de oestersector betreffen het jaar 2023 (CBS, 2025). In dat jaar bedroeg de totale aanvoer van Japanse oesters en platte oesters 16,7 mln. stuks, waarvan 92% Japanse oesters (15,4 mln. stuks) en 8% uit platte oesters (1,3 mln. stuks). De aanvoer van beide soorten daalde daarmee ten opzichte van 2022 (-28 en -29%).

De Nederlandse oestersector richt zich op twee soorten: de Japanse oester en de (inheemse) platte oester. Deze twee oesters worden met vergunning op door de overheid aangewezen gebieden in de Oosterschelde en de Grevelingen semi-natuurlijk gekweekt. Dit wil zeggen dat de kweek start met de natuurlijke vestiging van jonge wilde oesters die in die gebieden ronddrijven (‘oesterbroed’) of door de aankoop van jonge oesters bij zogenoemde hatcheries, waar jonge oesters gekweekt worden. Vervolgens worden deze oesters door de kwekers regelmatig opgevist, waarbij ze gecheckt en geselecteerd worden en ook verplaatst worden naar andere gebieden. Een deel van de oesters wordt sinds een paar jaar ook ‘off-bottom’ gekweekt, waarmee predatie door de Japanse oesterboorder voorkomen wordt. De gebieden waar oesters gekweekt worden zijn enerzijds van de overheid gehuurde afgebakende percelen en anderzijds zogenaamde ‘vrije gronden’. Deze laatste categorie gebieden wordt niet gehuurd van de overheid en bevatten ook geen afgebakende percelen, maar hier is wel een vergunning voor nodig.

De Japanse oester is een oestersoort die oorspronkelijk niet in Nederland voorkomt. In 1964 is deze soort geïntroduceerd in de Oosterschelde en is inmiddels de belangrijkste commerciële oestersoort voor de Zeeuwse oestersector. De platte oester is een oestersoort die van oudsher voorkomt in alle Zeeuwse wateren en, in vroeger tijden, ook in de Noordzee (tot een eeuw geleden was zo’n 20% van de Noordzee bedekt met oesterbanken). Waar deze soort voorheen veelvuldig voorkwam in de Zeeuwse wateren, zijn de aantallen flink gedaald sinds de introductie van de bonamia parasiet in de jaren ‘70. Dit heeft tot gevolg gehad dat het verspreidingsgebied nog verder gekrompen is en de platte oester daardoor tegenwoordig voornamelijk voorkomt in de Grevelingen.

Aanvoer

Tussen 2013 en 2019 daalde de aanvoer van Japanse oesters geleidelijk van 27,5 naar 15,1 mln. stuks, voornamelijk als gevolg van sterfte door het herpesvirus en predatie door de Japanse oesterboorder. Tussen 2019 en 2022 kwam de aanvoer weer hoger uit op 21,3 mln. stuks in 2022, maar in 2023 daalde deze opnieuw fors naar 15,4 mln. stuks (–28%).

De aanvoer van platte oesters nam tussen 2012 en 2016 toe van gemiddeld minder dan 2 mln. naar een piek van 8,4 mln. stuks, mede door een toegenomen weerstand tegen bonamia. Sinds 2017 is de aanvoer echter weer geleidelijk afgenomen, onder andere door lage broedval, het herpesvirus en predatie. In 2023 werden nog slechts 1,3 mln. stuks aangevoerd – 70% onder het tienjarig gemiddelde in 2013-2022.

Om predatie door de oesterboorder tegen te gaan, wordt sinds 2018 geëxperimenteerd met zogenoemde off-bottomkweek. Hierbij worden oesters op stellages boven de bodem gekweekt, zodat oesterboorders er moeilijker bij kunnen. In 2020 kwam hiervoor 50 hectare beschikbaar; in 2022 was dit uitgebreid naar ruim 100 hectare. Ter vergelijking: de reguliere percelen voor oesterkweek beslaan ongeveer 1.365 hectare. Kwekers krijgen binnen het off-bottomgebied ruimte toegewezen naar rato van hun recht op percelen.

Volume

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De aanvoer van oesters daalde in 2023 tot 15,4 mln. stuks.

Waarde

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...
De opbrengst aan oesters nam in 2023 af tot 4,6 mln. euro.

Opbrengst


In 2023 kwam de gemiddelde stukprijs van Japanse oesters uit op €0,25, een lichte toename (+6%) ten opzichte van 2022. De stukprijs van platte oesters nam daarentegen licht af (-3%) tot €0,35 (CBS, 2025).
Met de sterke afname in de aanvoer nam ook de opbrengst van beide soorten af, ondanks de toegenomen prijs van platte oesters. De opbrengst van Japanse oesters daalde naar 3,9 mln. euro (-23%) en van platte oesters naar 0,7 mln. euro (-31%). De totale opbrengsten kwamen daarmee uit op 4,6 mln. euro, 52% lager dan het tienjarig gemiddelde in 2013-2022.
Bij deze cijfers moeten een aantal kanttekeningen worden vermeld. Zo is het mogelijk dat in de verzamelde prijsgegevens niet alleen de opbrengsten van oesters van kwekers zijn verzameld, maar ook van kwekers/handelaren die oesters importeren en verkopen en andere verkoopprijzen hanteren. Hierdoor zou er een discrepantie kunnen zijn tussen de gemiddelde verkoopwaarde zoals uit de beschikbare gegevens naar voren komt en de verkoopwaarde voor uitsluitend kwekers. Het is niet bekend in hoeverre hiervan sprake is. Daarnaast worden oesters in allerlei manieren en hoeveelheden verkocht (bijvoorbeeld in kleine aantallen, in grote aantallen, in bulk of in mandje). De manier van verkoop kan dus leiden tot grote verschillen in de stukprijs.
De hier gepresenteerde gegevens worden verzameld door het CBS via een enquête. Deze gegevensverzameling werd voorheen, tot medio 2015, uitgevoerd door het Productschap Vis. Door verschillen in vraagstelling of verwerking kan dit tot kleine discrepanties hebben geleid.


Over de indicator

De aanvoer en de besomming van de Nederlandse (actieve) oestervisserij geeft een beeld van de primaire productiewaarde van de oestervisserij. De besomming bepaalt nagenoeg de totale opbrengsten.

Over de databron

Voor visserijincijfers.nl is gebruik gemaakt van verschillende databronnen, zoals het Visserij Registratie en Informatie Systeem (VIRIS), het BedrijvenInformatieNet (BIN), het Nederlands Register van Vissersvaartuigen (NRV) en gegevens van producentenorganisaties.