Arbeidsinzet op bloembollenbedrijven

Laatste update: 7 juli 2025 Update frequentie: Jaarlijks

De arbeidsinzet op bloembollenbedrijven stijgt sinds 2021

Deze indicator toont de arbeidsinzet op bloembollenbedrijven. Arbeid wordt geleverd door de ondernemer en het gezin (gezinsarbeidskrachten) en door vreemd personeel (niet-gezinsarbeidskrachten). De arbeidsinzet wordt gemeten in arbeidsjaareenheden (aje). Een arbeidskracht die 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als 1 arbeidsjaareenheid. Een arbeidskracht die minder dan 2.000 uur werkt, wordt naar rato van het aantal gewerkte uren omgerekend naar arbeidsjaareenheden. Ook bij ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (bv) worden de uren die door de ondernemer zijn gemaakt, meegerekend als gezinsarbeid. Loonwerk wordt niet meegerekend in de arbeidsinzet.

Totaal

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

De arbeidsinzet op bloembollenbedrijven in Noord-Holland is sterk teruggelopen sinds 2000, maar neemt sinds 2021 weer toe. In 2024 was de totale arbeidsinzet ruim 2.200 aje. De terugloop in arbeidsinzet ten opzichte van 2000 hangt mede samen met de afname van het aantal bloembollenbedrijven en door de toename van mechanisatie.

Gezinsrelatie

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

In 2024 wordt ongeveer 80% van de arbeidsinzet op bloembollenbedrijven in Noord-Holland geleverd door niet-gezinsarbeidskrachten.

Arbeidsinzet per ha

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Op bloembollenbedrijven in Noord-Holland is in 2024 voor ongeveer 4,5 ha 1 arbeidsjaareenheid nodig, in de rest van Nederland is dat bijna 10 ha. In Noord-Holland is er een intensiever teeltplan op de bedrijven en een groter aandeel broeierij.

De werkgelegenheid op gespecialiseerde bloembollenbedrijven in Noord-Holland is sinds 2000 bijna gehalveerd van 3.800 naar ruim 2.200 arbeidsjaareenheden (aje) in 2024. Het aandeel onbetaalde arbeid (de ondernemer en het gezin) is in die periode gedaald van 33% naar 20%. De arbeidsproductiviteit is in de periode 2000-2024 gestegen van 3,1 naar 4,5 ha cultuurgrond per aje. Deze arbeidsproductiviteit is lager dan in de rest van Nederland door een groter aandeel bloembolgewassen in het bouwplan en meer broeierij. In de rest van Nederland worden op bloembollenbedrijven relatief meer akkerbouwgewassen geteeld, die een lagere arbeidsinzet per hectare vergen.