Arbeidsinzet op bloembollenbedrijven

Laatste update: 28 september 2024 Update frequentie: Jaarlijks

De arbeidsinzet op bloembollenbedrijven is sterk teruggelopen sinds 2000

Deze indicator toont de arbeidsinzet op bloembollenbedrijven. Arbeid wordt geleverd door de ondernemer en het gezin (gezinsarbeidskrachten) en door vreemd personeel (niet-gezinsarbeidskrachten). De arbeidsinzet wordt gemeten in arbeidsjaareenheden (aje). Een arbeidskracht die 2.000 uur of meer werkt, wordt gezien als 1 arbeidsjaareenheid. Een arbeidskracht die minder dan 2.000 uur werkt, wordt naar rato van het aantal gewerkte uren omgerekend naar arbeidsjaareenheden. Ook bij ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (BV) worden de uren die door de ondernemer zijn gemaakt, meegerekend als gezinsarbeid. Loonwerk wordt niet meegerekend in de arbeidsinzet.

Totaal

Grafiek wordt geladen...

De arbeidsinzet op bloembollenbedrijven in Noord-Holland is sterk teruggelopen sinds het jaar 2000. In 2023 was er een lichte stijging ten opzichte van 2022 tot ongeveer 2.200 aje. De terugloop hangt mede samen met de afname van het aantal bloembollenbedrijven en door toename van mechanisatie wat minder inzet van arbeidskrachten kost.

Gezinsrelatie

Grafiek wordt geladen...

In 2023 wordt ongeveer 80% van de arbeidsinzet op bloembollenbedrijven in Noord-Holland geleverd door niet-gezinsarbeidskrachten.

Arbeidsinzet per ha

Grafiek wordt geladen...

Op bloembollenbedrijven in Noord-Holland is in 2023 voor ongeveer 5 ha 1 arbeidsjaareenheid nodig, in de rest van Nederland is dat bijna 10 ha. In Noord-Holland is sprake van een intensiever teeltplan op de bedrijven en een groter aandeel broeierij.

De werkgelegenheid op gespecialiseerde bloembollenbedrijven in Noord-Holland is sinds 2000 bijna gehalveerd van 3.800 naar ruim 2.100 arbeidsjaareenheden (aje) in 2023. Het aandeel onbetaalde arbeid (de ondernemer en het gezin) is in die periode gedaald van 33% naar 20%. De arbeidsproductiviteit is in de periode 2000-2023 gestegen van 3,1 naar 4,6 hectare cultuurgrond per aje. Deze arbeidsproductiviteit is lager dan in de rest van Nederland door een groter aandeel bloembolgewassen in het bouwplan en meer broeierij. In de rest van Nederland worden op bloembollenbedrijven relatief meer akkerbouwgewassen geteeld, die een lagere arbeidsinzet per ha vergen.