Inkomen uit bedrijf op bloembollenbedrijven

Laatste update: 28 september 2024 Update frequentie: Jaarlijks

Het gemiddelde inkomen van bloembollenbedrijven in Noord-Holland is hoger dan in de rest van Nederland

Deze indicator toont het inkomen uit bedrijf. Dit is de vergoeding die de ondernemers en hun huishoudens realiseren voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal in het bedrijf. Het inkomen wordt berekend door de totale opbrengsten van het bedrijf te verminderen met de betaalde kosten en afschrijvingen en te vermeerderen met het saldo van buitengewone baten en lasten. Het kengetal wordt uitgedrukt in euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje). Daarmee wordt het gekoppeld aan de hoeveelheid ingezette arbeid en is het beter over bedrijven heen te vergelijken. Centraal staat het gemiddelde resultaat van een groep bedrijven. Ook de spreiding wordt in beeld gebracht omdat de resultaten sterk verschillen tussen de bedrijven. De spreiding wordt aangegeven met behulp van de 20%- en de 80%-waarneming.

Databron
De informatie op deze pagina is gebaseerd op een steekproef: Het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. Het Bedrijveninformatienet (Informatienet) is een panel van ongeveer 1.500 land- en tuinbouwbedrijven in Nederland, geselecteerd uit de CBS-Landbouwtelling waarvoor een uitgebreide set van gegevens wordt vastgelegd en gecontroleerd. Dit betreft zowel financieel-economische kengetallen als informatie over bedrijfsvoering en duurzaamheid. Het panel representeert ongeveer 82% van alle bedrijven uit de Landbouwtelling en ruim 99% van de totale agrarische productie (gemeten in standaardopbrengst). De hele kleine bedrijven (< 25.000 euro standaardopbrengst) worden niet gerepresenteerd. Bij het kiezen van de steekproefbedrijven wordt gestratificeerd op bedrijfstype en bedrijfsomvang, maar niet naar regio.

Om toch uitspraken te kunnen doen voor een regio op basis van de steekproef én zo dicht mogelijk te blijven bij de bedrijfsspecifieke- en locatie specifieke kenmerken van bedrijven in Noord-Holland, is een vorm van post-stratificatie toegepast, waarbij aan elk bedrijf in de Landbouwtelling de gemiddelde bedrijfsvoering is gekoppeld van vier meest gelijkende bedrijven uit de steekproef. Bij die koppeling is in de eerste plaats gekeken naar de geografische ligging van het bedrijf. Daarnaast zijn andere belangrijke kenmerken zoals het productieregime (biologisch of gangbaar), de bedrijfsomvang (in standaardopbrengst), de hoeveelheid bloembollenbroei (in standaardopbrengst) en het bedrijfstype meegenomen. Er is tevens rekening gehouden met grondsoort (bijvoorbeeld veen, zand of klei), zodat deze zo gelijk mogelijk zijn op basis van de steekproef én de Landbouwtelling. Met dat als uitgangspunt is voor elk bedrijf in de Landbouwtelling een schatting gemaakt van kengetallen uit het Informatienet. De uitkomsten berusten dus niet op bedrijfsinformatie van bedrijven in de Landbouwtelling zelf, maar zijn schattingen op basis van vergelijkbare bedrijven uit het Informatienet.

Gemiddeld

Grafiek wordt geladen...

Sinds 2010 is het gemiddeld inkomen van bloembollentelers in geheel Nederland elk jaar ruim boven modaal en in stijgende lijn tot meer dan een ton gedurende meerdere jaren. Een goede afstemming tussen vraag en aanbod met als gevolg een stabiele prijsvorming lijkt hiervoor een essentiële voorwaarde. In 2022 piekt het gemiddelde inkomen tot meer dan 300.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Zowel de prijzen voor bloembollen als de productie waren hoger dan een jaar eerder.

Spreiding

Grafiek wordt geladen...

De inkomensspreiding tussen bloembollentelers is aanzienlijk. In 2022 is het inkomen van de doorsnee bloembollenteler (mediaan) in Noord-Holland 175.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid met een spreiding van 440.000 tot 106.000 euro tussen het 80%- en 20%-percentiel. De spreiding in 2022 is veel groter dan de jaren ervoor.

Vergelijking Nederland

Grafiek wordt geladen...

Het inkomen uit bedrijf per onbetaalde arbeidsjaareenheid op gespecialiseerde bloembollenbedrijven schommelt fors. Dit is het gevolg van de fluctuaties in de fysieke productie van de gewassen en de prijsvorming bij die gewassen. Dit geldt zowel voor Noord-Holland als de rest van Nederland, waarbij het inkomen in Noord-Holland de laatste jaren gemiddeld wel hoger is dan in de rest van Nederland.