Inzet van gewasbeschermingsmiddelen op melkveebedrijven

Laatste update: 28 september 2024 Update frequentie: Jaarlijks

Laag middelengebruik op melkveebedrijven in Noord-Holland

Deze indicator toont de inzet van chemische gewasbeschermingsmiddelen. Gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt om ziektes, plagen of onkruiden in gewassen te voorkomen of te bestrijden. Deze indicator wordt uitgedrukt in het gewicht aan werkzame stof dat in de middelen aanwezig is. De hoeveelheid werkzame stof (de stof die daadwerkelijk voor de ziekte- en plaagbestrijding zorgt) is berekend als percentage (gehalte) van het gewasbeschermingsmiddel als geheel. De cijfers zijn uitgesplitst naar vier toepassingsgroepen.

Databron
De informatie op deze pagina is gebaseerd op een steekproef: Het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. Het Bedrijveninformatienet (Informatienet) is een panel van ongeveer 1.500 land- en tuinbouwbedrijven in Nederland, geselecteerd uit de CBS-Landbouwtelling waarvoor een uitgebreide set van gegevens wordt vastgelegd en gecontroleerd. Dit betreft zowel financieel-economische kengetallen als informatie over bedrijfsvoering en duurzaamheid. Het panel representeert ongeveer 82% van alle bedrijven uit de Landbouwtelling en ruim 99% van de totale agrarische productie (gemeten in standaardopbrengst). De hele kleine bedrijven (< 25.000 euro standaardopbrengst) worden niet gerepresenteerd. Bij het kiezen van de steekproefbedrijven wordt gestratificeerd op bedrijfstype en bedrijfsomvang, maar niet naar regio.

Om toch uitspraken te kunnen doen voor een regio op basis van de steekproef én zo dicht mogelijk te blijven bij de bedrijfsspecifieke- en locatie specifieke kenmerken van bedrijven in Noord-Holland, is een vorm van post-stratificatie toegepast, waarbij aan elk bedrijf in de Landbouwtelling de gemiddelde bedrijfsvoering is gekoppeld van vier meest gelijkende bedrijven uit de steekproef. Bij die koppeling is in de eerste plaats gekeken naar de geografische ligging van het bedrijf. Daarnaast zijn andere belangrijke kenmerken zoals het productieregime (biologisch of gangbaar), de bedrijfsomvang (in standaardopbrengst) en het bedrijfstype meegenomen. Er is tevens rekening gehouden met grondsoort (bijvoorbeeld veen, zand of klei), het aandeel grasland in het bouwplan en de intensiteit, zodat deze zo gelijk mogelijk zijn op basis van de steekproef én de Landbouwtelling. Met dat als uitgangspunt is voor elk bedrijf in de Landbouwtelling een schatting gemaakt van kengetallen uit het Informatienet. De uitkomsten berusten dus niet op bedrijfsinformatie van bedrijven in de Landbouwtelling zelf, maar zijn schattingen op basis van vergelijkbare bedrijven uit het Informatienet.

Totaal

Grafiek wordt geladen...

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op melkveebedrijven in Noord-Holland ligt de afgelopen 10 jaar rond 0,25 kg werkzame stof per ha. In 2020 halveerde het verbruik en is daarna niet meer boven de 0,25 kg werkzame stof per ha uitgekomen. Het verbruik per ha is lager dan bij de plantaardige sectoren. Het totale gebruik op melkveebedrijven is wel van belang, omdat de melkveehouderij in Noord-Holland een groot areaal beslaat.

Hoofdgroep

Grafiek wordt geladen...

Gewasbescherming in de melkveehouderij is vooral gericht op het bestrijden van onkruid (herbiciden). De laatste jaren maken die herbiciden ongeveer 95% uit van het totale middelengebruik.

Vergelijking Nederland

Grafiek wordt geladen...

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de melkveehouderij ligt in Noord-Holland lager dan in de rest van Nederland. Een belangrijke reden is dat in Noord-Holland snijmais een kleiner aandeel van het bouwplan uitmaakt dan in de rest van Nederland. Bij de teelt van mais worden per hectare meer gewasbeschermingsmiddelen gebruikt dan op grasland.

Gewasbescherming in de melkveehouderij is vooral gericht op het bestrijden van onkruid op gras- en maisland. Bij grasland gaat het vooral om onkruidbestijding bij graslandvernieuwing (scheuren), namelijk bij het doden van het oude (te vervangen) gras en van het daarna opkomende onkruid. Het werkzame stofgebruik komt daardoor grotendeels voor rekening van herbiciden. Omdat een klein deel van de melkveebedrijven ook marktbare gewassen teelt (zoals aardappelen en bloembollen) komt er in sommige jaren ook gebruik van nematiciden voor. Bij de reizende bollenkraam zijn deze voor rekening voor het bloembollenbedrijf. De stijging van het gebruik in 2019 hangt samen met scheuren en herinzaai van grasland door de droogte in 2018. In 2023 lligt het verbruik op 0,2 kg per ha.

Tweede nota Duurzame gewasbescherming

In de Tweede nota Duurzame gewasbescherming heeft het ministerie van Economische Zaken de eisen met betrekking tot de emissies van gewasbeschermingsmiddelen aangescherpt. In 2023 dient voor het oppervlaktewater het aantal overschrijdingen van de milieukwaliteitsnormen uit de Kaderrichtlijn Water met 90% verminderd te zijn ten opzichte van 2013. Sinds 2014 zijn er extra maatregelen verplicht om drift (verwaaien van gewasbeschermingsmiddelen) naar het oppervlaktewater te verminderen. Daarnaast wordt de teeltvrije zone groter. Ook erfemissies moeten worden aangepakt.