Inkomen uit bedrijf op akkerbouwbedrijven

Laatste update: 8 juni 2023 Update frequentie: Jaarlijks

Het inkomen op akkerbouwbedrijven in Noord-Holland stijgt in 2021 fors na het matige jaar 2020.

Deze indicator toont het inkomen uit bedrijf. Dit is de vergoeding die de ondernemers en hun huishoudens realiseren voor de inzet van eigen arbeid en kapitaal in het bedrijf. Het inkomen wordt berekend door de totale opbrengsten van het bedrijf te verminderen met de betaalde kosten en afschrijvingen en te vermeerderen met het saldo van buitengewone baten en lasten. Het kengetal wordt uitgedrukt in euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid (oaje). Daarmee wordt het gekoppeld aan de hoeveelheid ingezette arbeid en is het beter over bedrijven heen te vergelijken. Centraal staat het gemiddelde resultaat van een groep bedrijven. Ook de spreiding wordt in beeld gebracht omdat de resultaten sterk verschillen tussen de bedrijven. De spreiding wordt aangegeven met behulp van de 20%- en de 80%-waarneming.

Databron
De informatie op deze pagina is gebaseerd op een steekproef: Het Bedrijveninformatienet van Wageningen Economic Research. Het Bedrijveninformatienet (Informatienet) is een panel van ongeveer 1.500 land- en tuinbouwbedrijven in Nederland, geselecteerd uit de CBS-Landbouwtelling waarvoor een uitgebreide set van gegevens wordt vastgelegd en gecontroleerd. Dit betreft zowel financieel-economische kengetallen als informatie over bedrijfsvoering en duurzaamheid. Het panel representeert ongeveer 82% van alle bedrijven uit de Landbouwtelling en ruim 99% van de totale agrarische productie (gemeten in standaardopbrengst). De hele kleine bedrijven (< 25.000 euro standaardopbrengst) worden niet gerepresenteerd. Bij het kiezen van de steekproefbedrijven wordt gestratificeerd op bedrijfstype en bedrijfsomvang, maar niet naar regio.

Om toch uitspraken te kunnen doen voor een regio op basis van de steekproef én zo dicht mogelijk te blijven bij de bedrijfsspecifieke- en locatie specifieke kenmerken van bedrijven in Noord-Holland, is een vorm van post-stratificatie toegepast, waarbij aan elk bedrijf in de Landbouwtelling de gemiddelde bedrijfsvoering is gekoppeld van vier meest gelijkende bedrijven uit de steekproef. Bij die koppeling is in de eerste plaats gekeken naar de geografische ligging van het bedrijf. Daarnaast zijn andere belangrijke kenmerken zoals het productieregime (biologisch of gangbaar), de bedrijfsomvang (in standaardopbrengst) en het bedrijfstype meegenomen. Er is tevens rekening gehouden met grondsoort (bijvoorbeeld veen, zand of klei), zodat deze zo gelijk mogelijk zijn op basis van de steekproef én de Landbouwtelling. Met dat als uitgangspunt is voor elk bedrijf in de Landbouwtelling een schatting gemaakt van kengetallen uit het Informatienet. De uitkomsten berusten dus niet op bedrijfsinformatie van bedrijven in de Landbouwtelling zelf, maar zijn schattingen op basis van vergelijkbare bedrijven uit het Informatienet.

Gemiddeld

Grafiek wordt geladen...

Het jaar 2021 was wat de inkomens in de akkerbouw betreft een goed jaar. Zowel de productie (kilogrammen / ha) als het prijsniveau van de meeste akkerbouwgewassen lag hoger dan het jaar ervoor. De opbrengsten namen sterker toe dan de kosten waardoor een gemiddeld inkomen is gerealiseerd van ruim 88.000 euro per onbetaalde arbeidsjaareenheid. Dit is ruim 50.000 euro meer dan een jaar eerder.

Spreiding

Grafiek wordt geladen...

Er zijn jaarlijks forse verschillen tussen de inkomens die de akkerbouwers realiseren. In 2021 was het doorsnee inkomen (mediaan) ruim 80.000 euro per onbetaalde aje. Een groep van 20% van de bedrijven realiseerde een inkomen van meer dan 109.000 euro. Maar een even grote groep bleef steken op een inkomen onder de 45.000 euro.

Vergelijking Nederland

Grafiek wordt geladen...

De gemiddelde inkomens van de akkerbouwbedrijven in Noord-Holland liggen in de meeste jaren iets boven het niveau van de akkerbouwbedrijven in de rest van Nederland. Het extreem droge jaar 2018 was daar een uitzondering op, doordat de Noord-Hollandse akkerbouwers konden profiteren van de hoge aardappelprijzen. Voorwaarde was wel dat de aardappelpercelen beregend konden worden om voldoende productie te kunnen realiseren.

De spreiding in inkomens tussen bedrijven is jaarlijks groot. Het resultaat hangt onder andere af van het bouwplan, de kwaliteiten van de ondernemer om goede producten te verbouwen en de afzetstrategie. In droge jaren zoals 2018 en in iets mindere mate in 2019 speelde daarnaast de mogelijkheden voor beregening een belangrijke rol. Naast bovengenoemde factoren heeft het aanbod op de wereldmarkt ook een grote invloed op het prijsniveau van de meeste akkerbouwgewassen. Telers hebben meerdere mogelijkheden om prijsfluctuaties van diverse gewassen te beperken. Zo kunnen producten afgezet worden via een poolconstructie, waarbij de afzet op verschillende momenten in het jaar plaatsvindt. De handelshuizen verhandelen grote volumes waarmee gespecialiseerde verkopers een zo goed mogelijke prijs proberen te realiseren. Prijsfluctuaties kunnen ook worden gedempt door actief te zijn op de termijnmarkt.