Beleidseffecten van de voedselvisie in de melkveehouderij

Laatste update: 6 november 2025 Update frequentie: Jaarlijks

Voortgang op de doelen voor kringlooplandbouw, natuurinclusiviteit en korte ketens

In de Voedselvisie staan drie doelen op het niveau van beleidseffecten. De pijlers zijn natuurinclusieve landbouw, kringlooplandbouw en korte ketens. Om beleidseffecten in beeld te brengen worden voor deze drie doelen diverse indicatoren gemonitord.

Kringlooplandbouw

“Het efficiënt produceren van voedsel in kringlopen, zodat schade aan het ecosysteem (water, bodem, lucht) voorkomen en hersteld wordt. Kringlopen van grondstoffen en hulpbronnen zijn op een zo laag mogelijk – lokaal, nationaal of internationaal – schaalniveau gesloten.”

Het beleidsdoel van de provincie Noord-Holland is dat kringlopen in 2030 op een zo laag mogelijk niveau zijn gesloten door middel van kringlooplandbouw. Een set indicatoren voor het beleidseffect Kringlooplandbouw is in ontwikkeling (de zogenaamde KPI-K). Als deze beschikbaar zijn voor de provincie Noord-Holland, worden de indicatoren via deze website beschikbaar gesteld. Landelijk vindt de ontwikkeling plaats van de monitoring, waarbij de indicatoren voor kringlooplandbouw en natuurinclusieve landbouw worden geïntegreerd. Totdat hierop meer duidelijkheid komt, worden hier de indicatoren nog afzonderlijk getoond.

Milieubelasting

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Op melkveebedrijven in Noord-Holland vindt in 2023 de grootse milieubelasting plaats richting de bodem en het oppervlaktewater. Voor grondwater is de milieubelasting net iets lager dan voor oppervlaktewater.

Fosfaatbedrijfsoverschot

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Het fosfaatbodemoverschot per hectare schommelt tussen jaren en daalt in 2023. Een hogere opbrengst van grasland in combinatie met een lager fosfaatgehalte in het gras leidden tot een hogere productie (inclusief voorraadvorming) van fosfaat in het plantaardig product.

Stikstofbodemoverschot

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Het stikstofbodemoverschot op melkveebedrijven in Noord-Holland daalt in 2023 naar 127 kg N per ha.

Eiwit van eigen land

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Het aandeel eiwit van eigen land in het rantsoen van melkveebedrijven in Noord-Holland is hoger dan van bedrijven in de rest van Nederland. In 2023 komt gemiddeld 64% van het vervoederde eiwit van gewassen die op het bedrijf zelf geteeld worden. Bij melkveebedrijven in de rest van Nederland ligt dit aandeel 4 procentpunten lager. Het aandeel schommelt jaarlijks licht, mede door weersinvloeden op de kwaliteit van het gras.

Broeikasgasuitstoot

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

In de periode 2019-2023 stoten melkveebedrijven in Noord-Holland jaarlijks meer broeikasgassen uit per kg afgeleverde meetmelk dan melkveebedrijven in de rest van Nederland.

Ammoniakuitstoot

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

De ammoniakuitstoot bij de aanwending van dierlijke mest is verantwoordelijk voor de helft van de ammoniakuitstoot in de melkveehouderij. De sterkste relatieve stijging van alle bronnen sinds het begin van de eeuw is de uitstoot uit stal en opslag tot 47% in 2023.

Natuurinclusieve landbouw

“Een ecologisch houdbare vorm van voedselproductie. Het maakt gebruik van wat de natuur op, om en onder het bedrijf te bieden heeft (het ‘natuurlijk kapitaal’), versterkt de biodiversiteit op en rond het boerenland en belast de natuur zo min mogelijk.”

Het beleidsdoel van de provincie is dat de grondgebonden landbouw in 2030 natuurinclusief is.

Op dit moment is op landelijk niveau een methode in ontwikkeling om de natuurinclusiviteit van agrarische bedrijven te meten (WUR in samenwerking met het Louis Bolk Instituut). De methode is gebaseerd op de al ontwikkelde Kritische Prestatie-indicatoren voor kringlooplandbouw (KPI-K-indicatoren). De indicatoren voor natuurinclusiviteit en de KPI-K-indicatoren zullen tot één set indicatoren worden geïntegreerd. Zodra deze beschikbaar is voor de provincie Noord-Holland, worden deze via deze website beschikbaar gesteld.

Biologische landbouw

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

In 2024 wordt in Noord-Holland bijna 5% van de melkkoeien biologisch gehouden. Dit aandeel is hoger dan in de rest van Nederland.

Natuurbeheer

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

In 2023 zijn er in de provincie Noord-Holland 320 melkveebedrijven met natuurbeheer.

Gewasbescherming, werkzame stof

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Gewasbescherming in de melkveehouderij is vooral gericht op het bestrijden van onkruid (herbiciden). De laatste jaren maken die herbiciden ongeveer 95% uit van het totale middelengebruik.

Gewasbescherming, milieubelasting

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Op melkveebedrijven in Noord-Holland vindt in 2023 de grootse milieubelasting plaats richting de bodem en het oppervlaktewater. Voor grondwater is de milieubelasting net iets lager dan voor oppervlaktewater.

Blijvend grasland

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Het aandeel blijvend grasland in de totale oppervlakte cultuurgrond op melkveebedrijven in Noord-Holland is in 2024 56%. Het aandeel is in de rest van Nederland hoger (61%).

Korte keten

“Een korte keten is een toeleveringsketen met een beperkt aantal marktdeelnemers die zich inzetten voor samenwerking, lokale economische ontwikkeling en nauwe geografische en sociale betrekkingen tussen voedselproducenten, -verwerkers en consumenten.”

Het beleidsdoel van de provincie is dat in Noord-Holland in 2030 25% van het voedsel dat gegeten wordt door de inwoners van Noord-Holland uit de regio afkomstig is. Op dit moment zijn er nog geen gegevens beschikbaar waarmee de realisatie van dit beleidsdoel gevolgd kan worden. Nieuwe indicatoren voor het beleidseffect Korte keten zijn via de Landelijke Samenwerking Korte Keten (LSKK) in ontwikkeling. Als deze beschikbaar zijn voor de provincie Noord-Holland, worden de indicatoren via deze website beschikbaar gesteld.

Aandeel bedrijven korte keten

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Het aandeel melkveebedrijven in Noord-Holland met opbrengsten uit korte ketens is fors hoger dan bij melkveebedrijven in de rest van Nederland.

Omzetklasse korte keten

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

Een kwart van de melkveebedrijven in Noord-Holland met een omzet uit korte ketens haalt in 2023 meer dan 50% van de totale omzet uit korte ketens. Dat is een aanzienlijke daling ten opzichte van 2017.