Solvabiliteit op melkveebedrijven

Laatste update: 7 juli 2025 Update frequentie: Jaarlijks

De solvabiliteit op melkveebedrijven in Noord-Holland is gemiddeld iets hoger dan in de rest van Nederland

Deze indicator toont de solvabiliteit. De solvabiliteit is het aandeel van het eigen vermogen in het totaal vermogen. Het kengetal wordt zowel gepresenteerd als het gemiddelde van de groep als met de spreiding binnen de groep. Er bestaan grote verschillen tussen bedrijven. De spreiding wordt in beeld gebracht middels lijnen die de P20 en de P80 aangeven. Daarbij geldt dat per jaar 20% van de bedrijven lager scoort dan de P20 en 20% van de bedrijven hoger dan de P80.

Databron
De informatie op deze pagina is gebaseerd op een steekproef: Het Bedrijveninformatienet van Wageningen Social & Economic Research (Informatienet). Het Informatienet is een panel van ongeveer 1.500 land- en tuinbouwbedrijven in Nederland, geselecteerd uit de CBS-Landbouwtelling. Van deze bedrijven wordt een uitgebreide set van gegevens vastgelegd en gecontroleerd. Dit betreft zowel financieel-economische kengetallen als informatie over bedrijfsvoering en duurzaamheid. Het panel representeert ongeveer 82% van alle bedrijven uit de Landbouwtelling en ruim 99% van de totale agrarische productie (gemeten in standaardopbrengst). De hele kleine bedrijven (< 25.000 euro standaardopbrengst) worden niet gerepresenteerd. Bij het kiezen van de steekproefbedrijven wordt gestratificeerd op bedrijfstype en bedrijfsomvang, maar niet naar regio.

Om toch uitspraken te kunnen doen voor een regio op basis van de steekproef én zo dicht mogelijk te blijven bij de bedrijfsspecifieke- en locatie specifieke kenmerken van bedrijven in Noord-Holland, is een vorm van post-stratificatie toegepast, waarbij aan elk bedrijf in de Landbouwtelling de gemiddelde bedrijfsvoering is gekoppeld van vier meest gelijkende bedrijven uit de steekproef. Bij die koppeling is in de eerste plaats gekeken naar de geografische ligging van het bedrijf. Daarnaast zijn andere belangrijke kenmerken zoals het productieregime (biologisch of gangbaar), de bedrijfsomvang (in standaardopbrengst) en het bedrijfstype meegenomen. Er is tevens rekening gehouden met grondsoort (bijvoorbeeld veen, zand of klei), het aandeel grasland in het bouwplan en de intensiteit, zodat deze zo gelijk mogelijk zijn op basis van de steekproef én de Landbouwtelling. Met dat als uitgangspunt is voor elk bedrijf in de Landbouwtelling een schatting gemaakt van kengetallen uit het Informatienet. De uitkomsten berusten dus niet op bedrijfsinformatie van bedrijven in de Landbouwtelling zelf, maar zijn schattingen op basis van vergelijkbare bedrijven uit het Informatienet.

Gemiddeld

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

De solvabiliteit van melkveebedrijven in Noord-Holland ligt de laatste jaren dicht tegen de 80% aan. De solvabiliteit is in 2017 en 2018 gestegen door een stijging van de grondprijs en in 2018 vooral doordat de fosfaatrechten voor gemiddeld 1 miljoen euro op de balans zijn opgenomen. Hiervan is 30% als een voorziening (vreemd vermogen in de vorm van belastingschuld in de toekomst) opgenomen. In 2021 is de waardestijging van de grond en fosfaatrechten een reden voor de hogere solvabiliteit dan het jaar ervoor.

Spreiding

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

De financiële positie is niet voor alle bedrijven gelijk. Twintig procent van de Noord-Hollandse melkveebedrijven heeft in 2023 een solvabiliteit van minder dan 75% en een even grote groep van meer dan 86%. De mediaan, de middelste waarneming, van de solvabiliteit komt in 2023 uit op 81%

Vergelijking Nederland

De grafieken op deze pagina zijn visueel gepresenteerd en zijn niet goed leesbaar met screenreaders.
Grafiek wordt geladen...

De solvabiliteit op de melkveebedrijven in Noord-Holland is over het algemeen iets gunstiger dan van melkveebedrijven in de rest van Nederland. Het aandeel grond (in eigendom) op de balans is hoger dan in de rest van Nederland, wat een verklaring kan zijn voor de hogere solvabiliteit.